
De overgrote meerderheid van de huisverboden worden opgelegd door de Vlaamse parketten, en vooral die van Antwerpen en Limburg. Over de jaren 2020-2024 heen werden meer dan 60 procent van alle opgelegde huisverboden geregistreerd in voormelde parketten en in 2020 betrof dit zelfs 84 procent. Bij het Brussels parket werden over dezelfde vier jaar amper 28 huisverboden opgelegd. Ook bij de Waalse parketten zijn de aantallen bijzonder laag.
Een gecoördineerde en duurzame manier
Het tijdelijke huisverbod is een cruciaal instrument waarmee daders van intrafamiliaal geweld tijdelijk uit de gezinswoning kunnen worden verwijderd, doorgaans voor een periode van tien dagen. Dit verbod biedt dus directe bescherming aan slachtoffers en creëert een kritieke bufferperiode waarin hulpverlening kan worden ingeschakeld. Het is dan ook bijzonder jammer om vast te stellen dat deze maatregel in de hoofdstad en het Zuiden van het land amper gebruikt wordt.
“In Vlaanderen heeft Vlaams minister van Justitie Zuhal Demir van het beschermen van slachtoffers van huiselijk en intrafamiliaal geweld een absolute prioriteit gemaakt. Zo werd geïnvesteerd in de brede uitrol van de ‘Veilige Huizen’ waar professionals uit verschillende sectoren, waaronder politie, justitie, hulpverlening en lokale besturen, worden samengebracht om slachtoffers op een gecoördineerde en duurzame manier te ondersteunen”, stelt Van Vaerenbergh.
Maatregel onbekend en onbemind in Brussel en Wallonië
“Daarnaast heeft minister Demir ook extra ingezet op controle en begeleiding van de getroffen gezinsleden en de dader aan wie een tijdelijk huisverbod werd opgelegd. Door deze goede omkadering gebruiken de Vlaamse parketten dit instrument steeds meer, wat aantoont dat de Vlaamse aanpak op prijs gesteld wordt. In de Franstalige gemeenschap ontbreekt deze omkadering helaas, waardoor de maatregel daar onbekend en onbemind blijft. Ik roep de beleidsmakers in Brussel en Wallonië dan ook op om dringend werk te maken van een betere bescherming van de slachtoffers van huiselijk geweld”, besluit Van Vaerenbergh.